Huis aan huis Enschede: Loes Gelink ging door een hel
24-10-2008  | 

Loes Gelink weet het nog precies. Het is nu ruim een jaar geleden. De aanvalster van E.H.V. (en nu ook trainingscoördinator bij Bully) wilde haar vijfde doelpunt maken tegen Upward, maar de keepster van de tegenpartij kwam ongecontroleerd uit haar doel. Loes sprong op, maar kon bij het landen de twee uitgestrekte benen niet ontwijken. Een gescheurde kruisband van haar linkerknie was het gevolg. Een lange periode van revalidatie volgde. "Ik ben door een hel gegaan."

 

Loes (25): "Het ging die wedstrijd heel goed. Normaal speel ik op het middenveld. Sinds lange tijd mocht ik het in de spits proberen. Ik had er al vier in liggen. In de tweede helft stond mijn wissel al klaar, mijn taak zat er op. Ik kreeg nog een bal en ik wilde nog één keer scoren. Toen ging het mis. Ik wist direct dat het fout zat. Het deed onvoorstelbaar veel pijn, ik durfde niet naar mijn been te kijken." Toen ze daarvoor de moed bij elkaar had geraapt, bleek aan haar been niks te zien te zijn. "Daar was ik toen heel verbaasd over, dat weet ik nog goed. In het ziekenhuis kon ik mijn been strekken en buigen, al deed het heel veel pijn. Ik werd in het gips gezet, maar de dag erna ben ik naar het ziekenhuis teruggegaan. Het zat niet goed. Tijdens de operatie werd duidelijk dat het om de kruisband ging. Daar gaat mijn seizoen, dacht ik. Voor een moment dacht ik zelfs dat mijn hockeycarrière voorbij was."

 

Twijfelen

Voor Loes volgde een revalidatie van een jaar. "Ik heb wel vaker een blessure gehad en was altijd snel terug. Nou, dat gaat niet als je je kruisband hebt afgescheurd. In de eerste twee maanden boek je veel progressie. Daarna gaat het herstel heel traag. Dat vond ik erg moeilijk. Je gaat twijfelen. Ik kon ook niet meer naar de wedstrijden van mijn team kijken. Dat ligt echt niet aan de meiden hoor, maar ik voelde me een buitenbeentje. Ik wilde zo graag spelen. Ook privé was het lastig. Ik was altijd bezig. Nu zat ik opeens thuis. Ik werd stilgezet. Ik voelde me in die periode een klein meisje, huilend op een steentje." Loes stelt dat ze er sterker van is geworden. "Ik geloof dat dingen zo moeten zijn. Ik ben rustiger geworden. Toen ik thuis zat heb ik alles op een rijtje kunnen zetten. Nagedacht over wat ik belangrijk vind. En ik ben altijd al een prater geweest. Maar ik draai nu niet meer om dingen heen, ik geef direct aan wat ik wil."

 

Toch was Loes ongeduldig. "Er is een pees uit mijn hamstring in mijn knie gezet. Het duurt nou eenmaal zeven maanden voordat het aangehecht en sterk genoeg is. Bij maand acht, negen na de operatie werk je toe naar je rentree op het hockeyveld. De eerste keer vond ik doodeng. Durfde amper door mijn knieën te gaan. Daar werden grapjes over gemaakt. 'Moet je plassen?', vroegen ze haha. Inmiddels voel ik geen angst meer. Al ben ik er wel bewust mee bezig dat ik mijn linkerknie goed gebruik. Anders is de kans groter dat ik de kruisband in mijn rechterknie afscheur, omdat die knie dan de linker gaat compenseren. Natuurlijk kijk ik onder de douche wel hoe mijn knie eruit ziet. Maar ik ben eigenlijk wel klaar met de knie. Ik heb mijn verhaal nog één keer verteld, nu moet er een streep onder. Laatst kwam een teammaatje bij me. Ze zei dat ze het zo geweldig vond wat ik er allemaal voor had gedaan om terug te komen. Heel goed bedoeld hoor, maar de mensen weten niet wat ik er afgelopen jaar voor heb moeten doen en laten. Door wat voor hel ik ben gegaan. Vraag me niet meer naar mijn knie, maar naar het hockey," besluit Loes.


terug naar vorige scherm