In toenemende mate zijn wij het afgelopen seizoen benaderd met vragen omtrent spelers / speelsters die over zijn gegaan naar een andere vereniging om daar voor het Dames of Heren 1 team uit te komen, waarbij verwachtingen niet zijn uitgekomen en de wens bestond om terug te keren naar de oude vereniging / het oude team.

Het blijkt dat deze spelers niet of niet goed op de hoogte zijn van de gevolgen van dit overstappen en de vervolgwens om terug te kunnen keren.

De districtsbestuurscommissie hecht er aan te benadrukken dat zij geen enkel waarde oordeel inzake het bovenstaande wenst uit te spreken, maar wil duidelijkheid creëren teneinde bittere teleurstellingen te kunnen helpen voorkomen.

Het bondsreglement (art.A.4.6.) stelt:

Voor spelers die tijdens een competitieseizoen zijn vermeld op het wedstijdformulier van door de hockeybond vastgestelde wedstrijden (of een gedeelte daarvan) van een standaardteam (1^e heren – of damesteam), geldt dat na de eerste competitiedag het uitkomen voor een standaardteam van een andere vereniging of invallen bij wedstrijden van een dergelijk team niet is toegestaan, tenzij  het wedstrijden in de zaalcompetitie betreft en vice versa. Onder uitkomen wordt ook verstaan het vermeld zijn op het wedstrijdformulier.

Vertaald betekent dit dat, als een speler voor het standaardteam van vereniging A is uitgekomen, het uitkomen voor het standaardteam van vereniging B NIET is toegestaan in hetzelfde seizoen.

Een voorbeeld:

Speler X  - sinds jaren spelend voor de vereniging “de kromme stick” wordt gevraagd  om te komen spelen in Heren 1 bij vereniging “de snelle bal”. Aanvankelijk ziet alles er veelbelovend uit. In de competitie blijkt e.e.a.  tegen te vallen en speler X wordt, nadat hij in de eerste wedstrijd slechts 10 minuten heeft gespeeld, “bankzitter”. Hij heeft het duidelijk niet meer naar zijn zin en had dit niet verwacht. Eigenlijk wil hij weer terug naar zijn oude vereniging, “de kromme stick”, om weer lekker met zijn oude teamgenoten in H1 te kunnen spelen.

PECH, hij mag dus niet meer in zijn oude Heren 1 team spelen en is “veroordeeld” om de rest van het seizoen te spelen in Heren 2 of lager.

Is dit een uitzondering. Helaas niet, anders hadden we u dit niet verteld. Wat wel voorop staat, is het feit dat het spelplezier van deze fictieve speler ( en in de werkelijke wereld vele spelers) negatief ontwikkeld is.

Ons dringend advies is om het bovenstaande onder de aandacht te brengen van een zo breed mogelijk publiek, om teleurstellingen te kunnen voorkomen en het spelplezier te kunnen behouden.

DBC KNHB Oost Nederland